De laatste jaren is het razend populair geworden om allerhande supplementen in hoge doses in te nemen. Baat het niet, dan schaadt het niet, zo lijkt de algemene gedachte te zijn. Die filosofie wordt ook nog eens gevoed door het reclamebeleid dat veel producenten van supplementen hanteren. En dus nemen we bij iedere verkoudheid een flinke dosis vitamine C, slikken we de hele winter grote hoeveelheden vitamine D en nemen we ook nog maar een multivitamine omdat die vast wel ergens mee zal helpen. Maar zijn dit soort supplementen wel echt zo gezond? Steeds meer wetenschappelijk onderzoek lijkt het tegendeel uit te wijzen.
Er is een bovengrens
Veel mensen gaan nog steeds uit van de logica ‘als een beetje goed is, is meer beter’. In het geval van vitaminen is dat echter allesbehalve waar. Er is wel degelijk een bovengrens, en wanneer je daar overheen gaat, kunnen de gevolgen erg onprettig zijn. Te veel vitamine D kan bijvoorbeeld tot nierschade leiden, en wie te veel vitamine A neemt kan last krijgen van zijn lever. Zelfs vitamine C, waarvan supplementen in grote hoeveelheden genomen worden, kan problemen opleveren. Zo kun je er huiduitslag, hoofdpijn en diarree van krijgen. Zoek dus altijd de bovengrens op wanneer je besluit extra vitaminen te gaan nemen.
Zijn vitaminen dan slecht?
Natuurlijk heb je vitaminen wel degelijk nodig, en een tekort moet zeker voorkomen worden. Dat is alleen al te zien aan de horrorverhalen uit armere landen, waar kinderen bijvoorbeeld blind kunnen worden door een chronisch tekort aan vitamine A. In het Westen komen vitaminetekorten echter nauwelijks voor. De reclameslogans van fabrikanten willen je misschien anders doen geloven, maar als je met enige regelmaat vers en gezond eet, loop je heus niet zo maar tekorten op. En ben je echt bang dat je ergens te weinig van hebt? Dan kun je altijd even een test laten doen bij de huisarts voor je aan een overenthousiaste supplementenkuur begint.
Wanneer zijn supplementen wel nuttig?
Natuurlijk zijn er uitzonderingen: voor sommige risicogroepen is het wel degelijk nuttig om supplementen te nemen. Zwangere vrouwen zijn bijvoorbeeld gebaat bij foliumzuur, omdat dit het risico verkleint op open ruggetjes. Ook vitamine D wordt aangeraden voor jonge moeders, net als voor mensen die weinig zonlicht te zien krijgen – bijvoorbeeld omdat ze langere tijd aan huis gekluisterd zijn. Voor vegetariërs kan B12 van nut zijn omdat dat van nature voornamelijk voorkomt in vlees en vis. Val je echter niet in een dergelijke risicogroep, dan lijkt het nemen van supplementen echter vooral een nutteloze en kostbare bezigheid. Toch extra vitaminen kopen? Kijk dan eens hier.
Detoxen doe je zo
Naast je nodige porsie vitamines kun je ook eens overwegen om een detox te doen. Hier mee ontdoe je het lichaam van gif stoffen die zich door de jaren heen hebben opgehoopt. Je zou bijvoorbeeld een teatox kunnen nemen of een klysma. Het Detoxen wordt steeds populairder zeker iets om eens wat meer onderzoek naar te doen.